Broodkaart en bons...

De Nederlandse regering moest in augustus 1914, bij het uitbreken van de oorlog, overzien wat er in ’s lands belang gedaan diende te worden. Dat ging natuurlijk niet alleen om militaire maatregelen. In tijden van oorlog ontstaat schaarste en de gewone burger heeft daar vaak het meest onder te lijden. Ondanks het gegeven dat Nederland neutraal bleef in de eerste wereldoorlog, ontstond ook in ons land schaarste. Zo werd het gaande weg ook voor de 'gewone burger' steeds moelijker om de dagelijkse maaltijden op tafel te krijgen. 

Maatregelen die inzake de levensmiddelenvoorziening werden getroffen hielden op dat moment nog meer verband met een geregelde distributie en het voorkomen van  prijsopdrijving. Distributie gericht op rantsoenering door schaarste werd pas in 2016 geregeld in de Distributiewet van 1916. In die wet werden ook maatregelen getroffen om prijsopdrijving te voorkomen. Dat jaar werd onder meer de 'broodkaart' geintroduceerd en boekjes met  'bons' waarvoor verschillende levensmiddelen verkregen konden worden. Van overgrootmoeder Overeem hebben we de broodkaart gevonden en ook een boekje met 'bons' waarvan er overigens maar enkele zijn gebruikt. Op de broodkaart staat aangegeven dat ze haar brood uitsluitend bij een winkel van Hus mocht inruilen voor ten hoogste 4 halve kilogrammen regeringsbrood. Het bonnenboekje bevat genummerde bonnetjes (slechts 1 week geldig). Zoveel mogelijk op zaterdag werd bekend gemaakt welke 'regeringsgoederen' de eerstvolgende week  met de 'bons' konden worden gekocht.

Ook het economisch leven eiste de aandacht van de regering. In de eerste plaats wat betreft de levensmiddelenvoorziening en de industrie die daarmee  verband hield en andere levensbehoeften in de ruimste zin van het woord.  Breder ook omdat de industrie in haar volle omvang van vitaal belang was voor  de staat. Naast de industrie moest tevens ook gedacht worden aan andere nijverheid, aan de handel, de beurs inbegrepen, aan de grote scheepvaart en aan het verkeerswezen waaronder binnenvaart en spoorwegen.